maandag 22 maart 2010









Jan Mulder: ‘Euroborg is een ontzettend gezellig stadion. Zelfs zonder wedstrijden’

Op 6 januari was Jan Mulder te gast bij de nieuwjaarsreceptie van FC Groningen in de ABN AMRO Business Corner. Op soms hilarische wijze vertelde hij de aanwezigen over zijn herinneringen aan het Oosterparkstadion. Opvallend die avond was zijn lofzang op de Euroborg. Voor het FC Groningen Journaal reden om Jan Mulder uit te nodigen voor de thuiswedstrijd tegen ADO Den Haag.


“Het Oosterpark was een magische plek. Ik vergelijk het graag met Wembley dat gesloopt werd en opnieuw opgebouwd, honderd meter verderop. Dat nieuwe Wembley vind ik niets aan. Nieuwe stadions vallen altijd tegen. Geef mij Highbury maar, in plaats van dat nieuwe ding dat de Emirates heet. Maar de Euroborg? Ja, echt waar. Die mag er zijn. Ik moet toegeven dat Euroborg een goede move is geweest. Bij Ajax met De Arena is dat minder. Ajax had in De Meer moeten blijven en het stadion moeten vergroten op dezelfde plek (Jan Mulder, 6 januari).”


Het is een uur voor aanvang van FC Groningen – ADO Den Haag. Jan Mulder zit lekker onderuit gezakt op de tribune van skybox 1.11. Winterjas aan, sjaal om. Vergenoegd kijkt hij naar het veld van Euroborg waar straks FC Groningen en ADO Den Haag gaan strijden om de punten. “Euroborg is een wonder van succes,” zegt hij terwijl hij rondkijkt. “Ik heb een voorliefde voor oude traditionele plekken zoals Wembley, Highbury en Oosterpark. Maar dit is zoveel beter. Ik ben het Oosterpark helemaal vergeten. Eigenlijk is het heel erg dat ik dit zeg. Maar ja, Euroborg is gewoon heel geslaagd.”

Waterspiegel
“Ik hou van de vorm van het stadion. Het is niet rond, zoals de meeste stadions, maar bijna vierkant. Ik wil niet zeggen dat het abstracte kunst is. Maar ik vind dat rechte, strakke wel mooi. Het is geen rommel. Ja, het is echt een mooi ding. Weet je wat ook fijn is aan dit stadion? Het is ingegraven. Het ligt als het ware beneden de waterspiegel. Dat geeft altijd een soort van gezelligheid. Er kan nog wel een laagje op het stadion. Maar dan moet er wel een beetje beter gespeeld worden, haha. Is er wel publiek voor nog een extra ring? Ja? Nou, meteen doen zou ik zeggen.”

“Ik keek als jongen op tegen GVAV. En ik keek op tegen de stad Groningen. FC Groningen is tegenwoordig weer de club van het noorden. Vooral dankzij Euroborg. Ja, het ziet er heel leuk en gezond uit (Jan Mulder, 6 januari).”



Vanwege de kou is het een klein uur voor aanvang nog niet druk in Euroborg. Maar Mulder vermaakt zich al uitstekend. “Euroborg is een ontzettend gezellig stadion. Zelfs zonder wedstrijden, haha.” Dan gaat het over het fenomeen ‘thuisstadion’. Ploegen presteren thuis over het algemeen beter dan uit. Ook FC Groningen. “Dat is toch een raadselachtig fenomeen,” weet Mulder. “Want het veld blijft hetzelfde. Maar het is wel waar dat je je meer thuis voelt. Je weet hoe het hier is, hebt geen oriëntatiegebrek. Het voelt gewoon heel vertrouwd.”

“Er zijn ploegen die juist kracht putten uit het spelen in een stadion van de tegenstander. Heel goede ploegen kunnen dat. Ik weet dat nog uit de tijd van het grote Ajax met Johan Cruijff. Cruijff schiep er plezier in door in Belgrado tegen 100.000 man de boel te dollen. Maar dan boekten ze ook een goed resultaat. Ja, ik hield zelf ook wel van het uitdagen van het thuispubliek, haha. Alleen was ik net niet zo goed als Cruijff. Sorry, haha.”

“Ik ben iemand die van traditie houd. Dus van het Oosterpark waar je de herinneringen van Pietje Fransen bijna tastbaar zag, voelde en weer beleefde. En Pietje de Koe in dat fraaie blauwe shirt met de rode ster (Jan Mulder, 6 januari).”

Het is niet zo dat Mulder het Oosterpark compleet is vergeten. Nee, de herinneringen aan vroeger zijn er nog altijd en zullen ook nooit meer verdwijnen. “Eredivisiewedstrijden zag ik altijd in het Oosterpark. Bijvoorbeeld tegen Feyenoord. Dat vond ik geweldig want dan zag ik Coen Moulijn. En Klaas Nuninga. Hij was mijn grote idool. Ik was ook fan van Pietje Fransen. Hij was een geweldige voetballer. Het was echt een heel mooie tijd. Maar dat kwam ook omdat ik jong was. Ik kende het hele elftal van GVAV uit mijn hoofd: Henk Meuken, Pietje de Koe, Rikkert La Crois, Johnny de Grooth. Dat is wel heel lang geleden, haha.”

Anderlecht
Opvallend is dat Jan Mulder als Winschoter zelf nooit speelde voor GVAV of FC Groningen. Mulder denkt even na en antwoord dan: “Ze hebben nooit echt belangstelling getoond. Ik herinner me dat ik wel ooit één gesprek heb gehad. Met Jan Hekman, de toenmalige voorzitter van GVAV, en met Otto Bonsema die toen trainer was. Maar daar kwam niets uit. Ach, misschien was ik toen in hun ogen niet goed genoeg. Dat kan. Smaken verschillen. Anderlecht zag het echter wel in mij zitten. En ik wilde natuurlijk wel meteen naar een topclub. Want Anderlecht was in die tijd een goede ploeg, net als Ajax.. Ik sprong gewoon een klas over, haha.”

“Bij FC Groningen hebben ze meer verstand van voetbal dan bij Ajax of Feyenoord. Suarez en Berg werden voor een prikje gescout en met een gigantische winst doorverkocht aan domoren uit Amsterdam en Hamburg (Jan Mulder, 6 januari).”

Mulder lijkt bijna een fan van FC Groningen want hij is niet alleen zeer positief over Euroborg, ook over de opvolger van Ron Jans is Mulder heel enthousiast. “FC Groningen mag worden gefeliciteerd met de nieuwe trainer Pieter Huistra. Ik vind hem een originele keuze. Daar zit muziek in. Huistra lijkt mij een rustige verstandige man. Ja, ik wel vertrouwen in hem. Echt waar.” Dan begint Mulder plotseling over een ander onderwerp. “Weet je wat ik mooi vind? Ik liep hier in de garage en kwam Goran Lovre tegen. Hij kwam meteen naar me toe en zie dat hij het leuk vindt dat ik er ben. Hij kent mij. Geweldig toch? Zou het komen omdat we beiden bij Anderlecht hebben gespeeld? Ach, dat maakt ook niet uit. Ik vind het gewoon mooi,” besluit Mulder glunderend en zakt weer lekker onderuit in zijn stoel op de tribune van skybox 1.11 van Euroborg.

zaterdag 6 maart 2010

Heeft u als ondernemer een goed beeld van de klantgerichtheid, verkoopgerichtheid en service van uw onderneming? Weet u of uw klanten tevreden zijn? Wellicht dat het nog beter kan. Samen met Store Support is het mogelijk een groei in klantenbinding te bewerkstelligen. Het bedrijf uit de stad Groningen kan onder andere dankzij het inzetten van mystery shoppers en het uitvoeren van klantevredenheidsonderzoek verbeterpunten aangeven in de processen betreffende service en verkoop.

Na hun studie Small Business en Retail Management begonnen Ivo van de Boer, Arjen van Hijum en Ewald Lausberg in augustus 2004 met Store Support. Mystery shopping was in die periode nog niet zo bekend. Nu, vierenhalf jaar later, telt Store Support tien vaste medewerkers. Store Support won in 2005 de publieksprijs van De Jonge Ondernemersprijs van het Noorden en heeft dat vertrouwen de jaren erna niet beschaamd. Rabobank, Media Markt, Saturn, Energiewacht, Univé, Olympus, Audi en Yamaha zijn een paar van de grote bedrijven die tegenwoordig behoren tot de vele opdrachtgevers van Store Support.


Maken of breken

Store Support heeft landelijke dekking. “Wij kunnen op verschillende manieren de klant- en verkoopgerichtheid onderzoeken en aanbevelingen geven voor verbetering,” verklaart Ivo van de Boer de kracht van Store Support. “Neem mystery calling,” vertelt Van de Boer over het traject dat ingezet kan worden.”Je wilt bijvoorbeeld een afspraak maken met een bank voor een hypotheekgesprek. Daarvoor ga je eerst bellen met die bank. Dan kan een medewerker de afspraak al meteen maken of breken door de manier van opstellen naar jou toe. Is diegene heel vriendelijk? Weten ze de juiste persoonsgegevens te achterhalen? Zijn ze klantgericht? Zo’n eerste contact is dus meteen heel bepalend.”

“Vervolgens wordt de afspraak ingepland. Dan komt mystery shopping om de hoek kijken. En dan neem je de gegevens mee naar huis. Daar blijkt dat je na het gesprek nog een drietal vragen hebt. Je verstuurt dan een e-mail: mystery mailing. Het is dan wachten of en hoe lang het duurt voordat je antwoord krijgt. En of het antwoord begrijpelijk en inhoudelijk correct is. Op die manier zien we dat het traject steeds meer gebieden in zich heeft.”

Elk van de drie onderdelen kan ook afzonderlijk plaatsvinden. “Het kan zijn dat je alleen de shop doet, bijvoorbeeld bij het kopen van een auto. Daar hoef je van tevoren geen afspraak voor te maken. Het is ook mogelijk dat je in een bepaalde branche alleen telefonisch of per e-mail contact zoekt. Dat gebeurt tegenwoordig bijvoorbeeld steeds meer in de reisbranche.”


Bewustwording

Het doel is om klanten aan je onderneming te binden en op die manier meer commercieel succes te behalen. “Het moet de mensen binnen de onderneming een bepaald inzicht en bewustwording geven. Daar kunnen ze verder mee. Vaak is men er gewoon niet van bewust dat een klant alles hoort en ziet. Even leunen op een paar dozen of een verkoopgesprek voeren met twee handen in je zak. Dat zijn kleine dingen die erin sluipen. Op het moment dat iemand je een spiegel voor houdt dan besef je: ‘Hey, dus zo doe ik.’ Het levert verassende resultaten op. Wij willen mystery shopping dan ook inzetten om samen met een onderneming resultaatverbetering mogelijk te maken.”



Mystery shopping: de praktijk

Om te weten hoe het is om als mystery shopper ingezet te worden, ben ik als redacteur van De Hattrick samen met Ivo van de Boer naar een winkel gegaan om me te laten informeren over een bepaald product.

Ivo had mij van tevoren al een briefing meegegeven die we voor het bezoek aan de winkel samen nog even doornemen. In de briefing wordt gewezen op een aantal specifieke vragen die in de checklist staat. Bij elke vraag kan gekozen worden uit twee of meerdere antwoordmogelijkheden. En elk antwoord heeft een bepaalde waarde. Hoe meer punten, hoe beter de beoordeling. Deze checklist wordt ingevuld na het bezoek.

Ivo had mij gevraagd om na te denken over een product waar ik in geïnteresseerd ben want dat maakt de mystery shop natuurgetrouw. Ik heb me dan ook voorbereid omdat ik wel wil overkomen als iemand die ergens gericht naar zoekt. En ik wil niet door de mand vallen en geen argwaan koesteren bij de verkopers. Bij binnenkomst zoek ik meteen het product waarvoor ik kom. Ik loop rond als kritische koper maar zie meteen iets over het hoofd. Ivo wijst het mij voorzichtig aan: er staan dozen in het gangpad. Niet prettig voor iemand die in een rolstoel zit. Ineens valt mij op dat bij sommige producten een prijskaartje mist of dat een reclamebord scheef hangt. Het oogt een beetje rommelig om mijn heen; ik kijk met andere ogen.


‘Opvallend is dat ik alles zelf moet vragen’


Ondertussen loop ik rond, maar kan ik het product waar ik naar op zoek ben niet vinden. Ik besluit een vrouwelijke bediende aan te spreken. Het is meteen duidelijk dat ze niet weet waarover het gaat. Ze gaat op zoek naar een collega, komt even later terug, en verwijst mij, zonder mij aan te kijken, naar twee collega’s die bezig zijn met het helpen van andere klanten. Vriendelijk is anders.

Na vijf minuten is één van de twee collega’s aanspreekbaar. Hij weet meteen wat ik zoek en waar het product staat. Het betreffende product, deze week juist in de aanbieding, staat wat verdekt opgesteld. De bediende weet wat het is en blijkt kennis van zaken te hebben. Maar hij informeert mij alleen over wat op het prijskaartje staat, niet meer. Alternatieve producten kan hij ook aanwijzen. Opvallend is echter wel dat ik alles zelf moet vragen. Hij komt niet met extra informatie en vraagt mij niets. Het is dat ik weet wat ik zoek, anders was hij als verkoper weinig opgeschoten met mij als klant.

‘Ik schrik behoorlijk: een score van 25 punten op een totaal van 100’

Na een minuut of tien weet ik wat ik wil weten. Het is een product dat mij wel aanspreekt en wellicht schaf ik het in de nabije toekomst ook aan. Maar dat is vooral omdat ik zelf naar informatie heb gezocht/gevraagd. Ivo wijst mij tijdens de nabespreking nog op zaken die mij in eerste instantie langs mij heen gingen. Het betreffende product was bijvoorbeeld niet aangezet en dus kon de verkoper niet laten zien wat het product allemaal kan. Daarnaast wees dezelfde verkoper mij erop dat een alternatief product minder interessant is omdat deze duurder is maar weinig extra toevoegt. Ik vatte dat op als sympathiek. Maar hoe kan hij mijn besteedbare budget weten? Daar heeft hij niet naar gevraagd. Hij ging er dus min of meer vanuit dat ik niet veel te besteden heb.

Met de opgedane ervaring vul ik de checklist in. Na het invullen schrik ik behoorlijk: een score van 25 punten op een totaal van 100. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te concluderen dat dit erg laag is. De conclusie van Ivo: ”Ondanks het feit dat de medewerker vriendelijk was en aandacht had voor jouw situatie, heeft hij verkoopkansen gemist. Omdat dit het thema van de checklist was, is de score laag uitgevallen. Het is jammer dat de verkoper niet eerst jouw behoefte heeft weten te achterhalen. Een goed advies geven is hierdoor onmogelijk. Weet je als verkoopmedewerker wel de behoefte te bepalen van je klant, dan sla je drie vliegen in één klap: je toont aandacht voor de klant, je weet wat iemand zijn budget is en waarvoor hij het wilt gebruiken. Op dat moment kun je met een passend advies komen, gericht op de specifieke wensen van de klant. Kortom: het is vaak geen onwil van een verkoper, hij moet alleen een spiegel worden voorgehouden hoe de klant zijn verkooptechniek ervaart en hoe hij nog beter in kan spelen op de wensen van de klant.”

woensdag 3 maart 2010

Hoe is het met?

Paul Mason: ‘Ik heb in Engeland op alle bekende ‘grounds’ gespeeld’

Sommige voetbalcarrières verlopen op een hele bijzondere manier. Neem die van Paul Mason. Begonnen als werkloze Engelsman bij VVK in Groningen, won hij later met Aberdeen de Scottish Cup en speelde hij met Ipswich Town in alle grote stadions van zijn eigen Engeland.


Het voetbalsprookje van Mason begon opvallenderwijs in Delfzijl. Mason verliet als achttienjarige zijn ouderlijk huis in Liverpool om in Delfzijl te gaan werken. Erg succesvol was dat niet want hij verloor al snel zijn baan. Terwijl hij door de week druk zoekende was naar nieuw werk, voetbalde hij in het weekend voor het stad-Groninger VVK. Daar werd hij ontdekt door Piet Fransen. Het was het begin van een prachtige carrière.

Galway United“Henk Nienhuis nodigde mij uit om naar FC Groningen te komen,” herinnert Mason zich. “Ik speelde het eerste seizoen in het tweede en daarna vier jaar in het eerste elftal.” Mason was in die vier seizoenen niet weg te denken als kleine maar uiterst behendige rechtsback van de groen-witten. “Het was een hele mooie tijd. We speelden voetbal in een Engelse stijl.” Het leverde Mason in 1986 zijn Europa-Cup debuut op tegen het Ierse Galway United. “We wonnen met 5-1. Ik scoorde één van de vijf doelpunten in het Oosterpark”

Scoren deed Mason vaker voor FC Groningen als rechtsback. Zijn laatste goal was tijdens de beslissende play-off wedstrijd in 1988 tegen FC Twente. “Dat was een lucky. Ik kreeg de bal tegen mijn kin. Maar we haalden zo wel Europees voetbal, terwijl we dat seizoen helemaal niet goed hadden gespeeld. Voor de fans was dat natuurlijk fantastisch.” Mason was één van de weinige FC spelers die dat seizoen wel regelmatig een goed niveau haalde. Heel stiekem dacht hij dan ook aan een mogelijkheid van een transfer.

A good move
Het werd uiteindelijk Schotland. Aberdeen manager Alex Smith zat op de tribune tijdens de laatste wedstrijd van het seizoen tegen FC Twente. Smith was in Diekman om keeper Theo Snelders te bekijken. Snelders keepte echter niet, waarna voetbalmakelaar Ton van Dalen Smith op Paul Mason wees. “Dat was ‘a good move’. Ik had altijd al de ambitie om ooit in Groot-Brittannië te voetballen. Die kans kreeg ik toen.” Snelders ging uiteindelijk ook mee naar Schotland, waar zelfs sprake was van een Nederlandse enclave met verder Hans Gillhaus, Peter van der Ven en de stad-Groninger Willem van der Ark. “Hoe is het met Willem,” vraagt Mason meteen. “Ik weet dat hij een aantal modezaken had in Leeuwarden. Maar ik heb al een tijdje niets van hem gehoord.”

Het contact met oud-teamgenoten is sowieso flink verwaterd. “Twee jaar geleden ben ik nog in Groningen geweest op uitnodiging van Joop Gall. ‘Jopie’ had kaarten geregeld voor een wedstrijd van FC Groningen, nog in het Oosterpark. Joop doet het goed bij Veendam hè? Ik zag toen al wel dat hij goede trainingen gaf. Players respect him.” Respect is er ook voor de loopbaan van Mason. Met Aberdeen won hij in 1990 in een bomvol Hampden Park de Scottisch-Cup met bekende spelers als spits Charlie Nicholas en verdediger Alex McLeish, de huidige succesvolle bondscoach van Schotland. “De medailles heb ik nog. Die bewaar ik heel goed, haha”

Southport
In 1992 ging een langverwachte droom van Mason in vervulling. Ipswich Town nam Mason over van Aberdeen, waarna Mason de kans kreeg om zijn eigen Engeland te mogen voetballen. “Dat was prachtig. Ik heb op alle bekende ‘grounds’ gespeeld. Nu ik niet meer voetbal, besef ik wat ik heb meegemaakt.” Mason runt nu een klein hotel in Southport, niet ver van Liverpool. “Ik wil zeker weer een keer naar Groningen komen. Maar dat roep ik elk jaar, haha. In november en december is het hier rustig, dan kan ik mijn eigen tijd invullen. Weet je wat leuk is? Ik kreeg gisteravond een sms van mijn zoon. Hij studeert in Londen en heeft een vriendin uit Groningen op bezoek. Toevallig niet? Hij vroeg mij wat frikandellen en kroketten zijn. Ik zei al: bewaar er maar een paar voor mij, haha.”


Gary Brooke: ‘Ik wilde niet meer weg uit Groningen’

Vanaf 1987 tot halfweg 1988 was de rechterkant van FC Groningen bijna geheel Engels. Paul Mason stond rechts achterin, Gary Brooke was de rechtsbuiten. Kent u ‘m nog? De gedrongen aanvaller met de rappe benen en de scherpe voorzet die in december 1986 plotseling overkwam van Norwich City?


‘Not too bad,’ antwoordt Gary Brooke als we hem vragen hoe het nu met hem gaat. De net 49-jarige Brooke is tegenwoordig voetbalcoach op verschillende scholen in Londen. Daarnaast houdt hij voor de Professional Footballers Association and the Press Association alle feiten van wedstrijden bij zoals het aantal hoekschoppen, overtredingen etc. Brooke geniet er nog steeds met volle teugen van. “Zaterdag ga ik naar de wedstrijd van Leyton Oriënt. En laatst was ik bij Tottenham Hotspur-Liverpool. Ik zie het niet als werk. Ik mag voetbalwedstrijden bekijken zonder ervoor te hoeven betalen. Heerlijk toch?”

UEFA-Cup
Brooke is een kind van Tottenham Hotspur. Hij speelde begin jaren tachtig 73 wedstrijden voor de Spurs, waaronder drie keer als invaller in de FA-Cup finale. Daarnaast maakte hij deel uit van de selectie van de ploeg die in 1984 de UEFA-Cup won. “Ik speelde niet in de finale, maar heb wel een medaille gekregen.” Via Norwich City kwam Brooke eind 1986 bij FC Groningen terecht. “Ik had een geweldige tijd in Groningen, wilde er ook niet meer weg. Maar mijn vrouw en ik kregen ons eerste kind en mijn vrouw wilde per se weer terug naar Engeland. Jammer want we hadden ons gekwalificeerd voor Europees voetbal, daar had ik graag aan meegedaan.”

Frans Thijssen
Brooke is nog altijd goed op de hoogte van de verrichtingen van de FC. “Tottenham Hotspur en FC Groningen zijn altijd mijn clubs gebleven. Het zijn de enige clubs waar ik altijd de resultaten van opzoek. FC Groningen staat nu derde in de league, toch? Ja, geweldig. Ik ben helaas nooit meer terug geweest in Groningen. Dat zou ik toch een keer moeten doen. Ik krijg nog wel elke jaar kerstkaarten van oud-ploeggenoten. Zo stuurt Frans Thijssen nog elk jaar een kaartje. Hij werkt nu in Dubai. Was trouwens een geweldige voetballer, Frans Thijssen.”

Linkerlong
Na zijn terugkeer voetbalde Brooke nog bijna drie jaar op het hoogste niveau. Toen moest hij stoppen omdat het fysiek niet meer ging. “Dat was in maart 1991. Ik voetbalde toen bij Wimbledon. Jammer, de medische staf van Wimbledon was niet zo goed als die van FC Groningen. Bert Koning en Henk Hagenauw wisten mijn knie voor elke wedstrijd namelijk zo te behandelen dat ik zonder pijn kon spelen.” Brooke werd als voetballer niet alleen gehinderd door knieklachten, hij had ook last van een niet goed functionerende linkerlong.
“Dat was het gevolg van een auto-ongeluk in 1983. Daarom was het ook prettig om in Nederland te voetballen omdat het er niet zo fysiek aan toe ging als in Engeland. Martin Koeman zei ook altijd dat ik niet hoefde te verdedigen. Dat was voor Paul Mason. Ik hoefde me alleen maar met de aanval bezig te houden.”

‘Charity’
Eenmaal terug in Engeland ging het fysiek dus snel bergafwaarts en was het niet meer te doen om op het hoogste niveau te spelen. Maar nu ruim zeventien jaar later blijkt Brooke nog steeds actief te voetballen. “Ik speel nog met het Tottenham veteranenteam. We spelen zo’n tien wedstrijden per jaar voor ‘charity.’ Het wordt wel steeds zwaarder. Wij worden alleen maar ouder terwijl de tegenstanders steeds jonger worden, haha. Maar we doen het nog graag, zo verzamelen we veel geld voor het goede doel.”


Mart van Duren: ‘Bij FC Groningen viel ik met de kont in de boter’

In de periode dat Milko Djurovski en Hennie Meijer bij FC Groningen opvielen met hun vaak weergaloze acties had FC Groningen nog een opvallende speler in de gelederen: Mart van Duren. De van oorsprong aanvaller speelde onder trainer Hans Westerhof aan de rechterkant van het middenveld en zorgde zo voor de succesvolle aanvoer naar de spitsen Djurovski en Meijer.


Mart van Duren speelde tussen 1990 en 1994 bij FC Groningen. “Henk Nienhuis haalde mij destijds naar Groningen,” herinnert Van Duren zich nog. “Nienhuis was toen algemeen directeur. Ik was bij FC Den Bosch net derde geworden op de topscorerslijst. Mijn contract in Den Bosch liep af en FC Groningen leek mij de beste optie. De periode Renze de Vries was net afgesloten, de weg naar boven weer ingezet.”

Sterk middenveld
Van Duren viel bij FC Groningen niet op door zijn scorend vermogen. In 90 eredivisieduels maakte hij ‘maar’ zestien doelpunten. “Ik scoorde inderdaad niet veel. Omdat we met Meijer en Djurovski twee goede spitsen hadden stond ik vooral rechts op het middenveld. Ik moest meer voorbereiden, dat was wel even wennen. Maar ik vond het niet erg hoor. We hadden een sterk middenveld met verder ook Harris Huizingh, Jos Roossien, Jan van Dijk en Edwin Olde Riekerink.”

In het Oosterparkstadion werd regelmatig ‘Martha. Martha’ van de tribunes geroepen als Van Duren in balbezit was. Waar kwam die bijnaam vandaan? “Ik kreeg die naam in Den Bosch. Dat was rond 1986, 1987. Iedereen had toen lang haar. Je weet wel, van die matjes in de nek. Bij Den Bosch liepen er veel jongens met lang haar rond: René van Eck, Fred van der Hoorn en ikzelf. Zo is dat ontstaan.” Van Duren nam de bijnaam mee naar Groningen; het was een periode waar hij nog graag aan terugdenkt. “Het publiek was fantastisch, het was altijd uitverkocht. De sfeer in het Oosterparkstadion was altijd zeer goed. Toen had je nog veel jongens uit de regio, Djurovski en Zygmantovitsj waren de enige buitenlanders. En Van Duren, Meijer en Lodewijks kwamen van heel ver. Helemaal uit Amsterdam en Brabant, haha.”

Buitenlandse ervaring
“Na FC Groningen ben ik naar Basel gegaan. Een makelaar uit België belde mij met de vraag of ik interesse had in Basel. Het werd na Racing Jet Brussel mijn tweede buitenlandse ervaring. Het was leuk maar niet te vergelijken met FC Groningen. Bij de FC viel ik net als bij Den Bosch met de kont in de boter. We speelden heel leuk voetbal, haalden twee keer Europees voetbal. Dat vergeet je nooit weer.”

“Ik ben in 2000 teruggegaan naar Nederland. Ik heb een jaar het eerste elftal van Geldrop getraind toen Fred Rutten mij belde en vroeg of ik jeugdtrainer bij PSV wilde worden. Bij PSV train ik nu de C1, ’s middags de B1 en ’s avonds de D1. Ja, inderdaad heel gevarieerd, dat maakt het leuk. Veel voetballers die stoppen willen hoofdtrainer worden. Dat is jammer want zo zijn er maar weinig jeugdtrainers. Bij veel clubs is de jeugdopleiding dan ook een ondergeschoven kindje. Bij PSV zijn we gelukkig behoorlijk succesvol. Zo zijn er de laatste drie seizoenen zeven spelers doorgestroomd naar de eerste selectie. Van Ibrahim Affelay tot Stijn Wuytens. Jongens met wie ik ook gewerkt heb. Ja, het is erg leuk om te zien dat ze dan ook daadwerkelijk de stap naar het eerste elftal maken.”