woensdag 3 maart 2010

Hoe is het met?

Paul Mason: ‘Ik heb in Engeland op alle bekende ‘grounds’ gespeeld’

Sommige voetbalcarrières verlopen op een hele bijzondere manier. Neem die van Paul Mason. Begonnen als werkloze Engelsman bij VVK in Groningen, won hij later met Aberdeen de Scottish Cup en speelde hij met Ipswich Town in alle grote stadions van zijn eigen Engeland.


Het voetbalsprookje van Mason begon opvallenderwijs in Delfzijl. Mason verliet als achttienjarige zijn ouderlijk huis in Liverpool om in Delfzijl te gaan werken. Erg succesvol was dat niet want hij verloor al snel zijn baan. Terwijl hij door de week druk zoekende was naar nieuw werk, voetbalde hij in het weekend voor het stad-Groninger VVK. Daar werd hij ontdekt door Piet Fransen. Het was het begin van een prachtige carrière.

Galway United“Henk Nienhuis nodigde mij uit om naar FC Groningen te komen,” herinnert Mason zich. “Ik speelde het eerste seizoen in het tweede en daarna vier jaar in het eerste elftal.” Mason was in die vier seizoenen niet weg te denken als kleine maar uiterst behendige rechtsback van de groen-witten. “Het was een hele mooie tijd. We speelden voetbal in een Engelse stijl.” Het leverde Mason in 1986 zijn Europa-Cup debuut op tegen het Ierse Galway United. “We wonnen met 5-1. Ik scoorde één van de vijf doelpunten in het Oosterpark”

Scoren deed Mason vaker voor FC Groningen als rechtsback. Zijn laatste goal was tijdens de beslissende play-off wedstrijd in 1988 tegen FC Twente. “Dat was een lucky. Ik kreeg de bal tegen mijn kin. Maar we haalden zo wel Europees voetbal, terwijl we dat seizoen helemaal niet goed hadden gespeeld. Voor de fans was dat natuurlijk fantastisch.” Mason was één van de weinige FC spelers die dat seizoen wel regelmatig een goed niveau haalde. Heel stiekem dacht hij dan ook aan een mogelijkheid van een transfer.

A good move
Het werd uiteindelijk Schotland. Aberdeen manager Alex Smith zat op de tribune tijdens de laatste wedstrijd van het seizoen tegen FC Twente. Smith was in Diekman om keeper Theo Snelders te bekijken. Snelders keepte echter niet, waarna voetbalmakelaar Ton van Dalen Smith op Paul Mason wees. “Dat was ‘a good move’. Ik had altijd al de ambitie om ooit in Groot-Brittannië te voetballen. Die kans kreeg ik toen.” Snelders ging uiteindelijk ook mee naar Schotland, waar zelfs sprake was van een Nederlandse enclave met verder Hans Gillhaus, Peter van der Ven en de stad-Groninger Willem van der Ark. “Hoe is het met Willem,” vraagt Mason meteen. “Ik weet dat hij een aantal modezaken had in Leeuwarden. Maar ik heb al een tijdje niets van hem gehoord.”

Het contact met oud-teamgenoten is sowieso flink verwaterd. “Twee jaar geleden ben ik nog in Groningen geweest op uitnodiging van Joop Gall. ‘Jopie’ had kaarten geregeld voor een wedstrijd van FC Groningen, nog in het Oosterpark. Joop doet het goed bij Veendam hè? Ik zag toen al wel dat hij goede trainingen gaf. Players respect him.” Respect is er ook voor de loopbaan van Mason. Met Aberdeen won hij in 1990 in een bomvol Hampden Park de Scottisch-Cup met bekende spelers als spits Charlie Nicholas en verdediger Alex McLeish, de huidige succesvolle bondscoach van Schotland. “De medailles heb ik nog. Die bewaar ik heel goed, haha”

Southport
In 1992 ging een langverwachte droom van Mason in vervulling. Ipswich Town nam Mason over van Aberdeen, waarna Mason de kans kreeg om zijn eigen Engeland te mogen voetballen. “Dat was prachtig. Ik heb op alle bekende ‘grounds’ gespeeld. Nu ik niet meer voetbal, besef ik wat ik heb meegemaakt.” Mason runt nu een klein hotel in Southport, niet ver van Liverpool. “Ik wil zeker weer een keer naar Groningen komen. Maar dat roep ik elk jaar, haha. In november en december is het hier rustig, dan kan ik mijn eigen tijd invullen. Weet je wat leuk is? Ik kreeg gisteravond een sms van mijn zoon. Hij studeert in Londen en heeft een vriendin uit Groningen op bezoek. Toevallig niet? Hij vroeg mij wat frikandellen en kroketten zijn. Ik zei al: bewaar er maar een paar voor mij, haha.”


Gary Brooke: ‘Ik wilde niet meer weg uit Groningen’

Vanaf 1987 tot halfweg 1988 was de rechterkant van FC Groningen bijna geheel Engels. Paul Mason stond rechts achterin, Gary Brooke was de rechtsbuiten. Kent u ‘m nog? De gedrongen aanvaller met de rappe benen en de scherpe voorzet die in december 1986 plotseling overkwam van Norwich City?


‘Not too bad,’ antwoordt Gary Brooke als we hem vragen hoe het nu met hem gaat. De net 49-jarige Brooke is tegenwoordig voetbalcoach op verschillende scholen in Londen. Daarnaast houdt hij voor de Professional Footballers Association and the Press Association alle feiten van wedstrijden bij zoals het aantal hoekschoppen, overtredingen etc. Brooke geniet er nog steeds met volle teugen van. “Zaterdag ga ik naar de wedstrijd van Leyton Oriënt. En laatst was ik bij Tottenham Hotspur-Liverpool. Ik zie het niet als werk. Ik mag voetbalwedstrijden bekijken zonder ervoor te hoeven betalen. Heerlijk toch?”

UEFA-Cup
Brooke is een kind van Tottenham Hotspur. Hij speelde begin jaren tachtig 73 wedstrijden voor de Spurs, waaronder drie keer als invaller in de FA-Cup finale. Daarnaast maakte hij deel uit van de selectie van de ploeg die in 1984 de UEFA-Cup won. “Ik speelde niet in de finale, maar heb wel een medaille gekregen.” Via Norwich City kwam Brooke eind 1986 bij FC Groningen terecht. “Ik had een geweldige tijd in Groningen, wilde er ook niet meer weg. Maar mijn vrouw en ik kregen ons eerste kind en mijn vrouw wilde per se weer terug naar Engeland. Jammer want we hadden ons gekwalificeerd voor Europees voetbal, daar had ik graag aan meegedaan.”

Frans Thijssen
Brooke is nog altijd goed op de hoogte van de verrichtingen van de FC. “Tottenham Hotspur en FC Groningen zijn altijd mijn clubs gebleven. Het zijn de enige clubs waar ik altijd de resultaten van opzoek. FC Groningen staat nu derde in de league, toch? Ja, geweldig. Ik ben helaas nooit meer terug geweest in Groningen. Dat zou ik toch een keer moeten doen. Ik krijg nog wel elke jaar kerstkaarten van oud-ploeggenoten. Zo stuurt Frans Thijssen nog elk jaar een kaartje. Hij werkt nu in Dubai. Was trouwens een geweldige voetballer, Frans Thijssen.”

Linkerlong
Na zijn terugkeer voetbalde Brooke nog bijna drie jaar op het hoogste niveau. Toen moest hij stoppen omdat het fysiek niet meer ging. “Dat was in maart 1991. Ik voetbalde toen bij Wimbledon. Jammer, de medische staf van Wimbledon was niet zo goed als die van FC Groningen. Bert Koning en Henk Hagenauw wisten mijn knie voor elke wedstrijd namelijk zo te behandelen dat ik zonder pijn kon spelen.” Brooke werd als voetballer niet alleen gehinderd door knieklachten, hij had ook last van een niet goed functionerende linkerlong.
“Dat was het gevolg van een auto-ongeluk in 1983. Daarom was het ook prettig om in Nederland te voetballen omdat het er niet zo fysiek aan toe ging als in Engeland. Martin Koeman zei ook altijd dat ik niet hoefde te verdedigen. Dat was voor Paul Mason. Ik hoefde me alleen maar met de aanval bezig te houden.”

‘Charity’
Eenmaal terug in Engeland ging het fysiek dus snel bergafwaarts en was het niet meer te doen om op het hoogste niveau te spelen. Maar nu ruim zeventien jaar later blijkt Brooke nog steeds actief te voetballen. “Ik speel nog met het Tottenham veteranenteam. We spelen zo’n tien wedstrijden per jaar voor ‘charity.’ Het wordt wel steeds zwaarder. Wij worden alleen maar ouder terwijl de tegenstanders steeds jonger worden, haha. Maar we doen het nog graag, zo verzamelen we veel geld voor het goede doel.”


Mart van Duren: ‘Bij FC Groningen viel ik met de kont in de boter’

In de periode dat Milko Djurovski en Hennie Meijer bij FC Groningen opvielen met hun vaak weergaloze acties had FC Groningen nog een opvallende speler in de gelederen: Mart van Duren. De van oorsprong aanvaller speelde onder trainer Hans Westerhof aan de rechterkant van het middenveld en zorgde zo voor de succesvolle aanvoer naar de spitsen Djurovski en Meijer.


Mart van Duren speelde tussen 1990 en 1994 bij FC Groningen. “Henk Nienhuis haalde mij destijds naar Groningen,” herinnert Van Duren zich nog. “Nienhuis was toen algemeen directeur. Ik was bij FC Den Bosch net derde geworden op de topscorerslijst. Mijn contract in Den Bosch liep af en FC Groningen leek mij de beste optie. De periode Renze de Vries was net afgesloten, de weg naar boven weer ingezet.”

Sterk middenveld
Van Duren viel bij FC Groningen niet op door zijn scorend vermogen. In 90 eredivisieduels maakte hij ‘maar’ zestien doelpunten. “Ik scoorde inderdaad niet veel. Omdat we met Meijer en Djurovski twee goede spitsen hadden stond ik vooral rechts op het middenveld. Ik moest meer voorbereiden, dat was wel even wennen. Maar ik vond het niet erg hoor. We hadden een sterk middenveld met verder ook Harris Huizingh, Jos Roossien, Jan van Dijk en Edwin Olde Riekerink.”

In het Oosterparkstadion werd regelmatig ‘Martha. Martha’ van de tribunes geroepen als Van Duren in balbezit was. Waar kwam die bijnaam vandaan? “Ik kreeg die naam in Den Bosch. Dat was rond 1986, 1987. Iedereen had toen lang haar. Je weet wel, van die matjes in de nek. Bij Den Bosch liepen er veel jongens met lang haar rond: René van Eck, Fred van der Hoorn en ikzelf. Zo is dat ontstaan.” Van Duren nam de bijnaam mee naar Groningen; het was een periode waar hij nog graag aan terugdenkt. “Het publiek was fantastisch, het was altijd uitverkocht. De sfeer in het Oosterparkstadion was altijd zeer goed. Toen had je nog veel jongens uit de regio, Djurovski en Zygmantovitsj waren de enige buitenlanders. En Van Duren, Meijer en Lodewijks kwamen van heel ver. Helemaal uit Amsterdam en Brabant, haha.”

Buitenlandse ervaring
“Na FC Groningen ben ik naar Basel gegaan. Een makelaar uit België belde mij met de vraag of ik interesse had in Basel. Het werd na Racing Jet Brussel mijn tweede buitenlandse ervaring. Het was leuk maar niet te vergelijken met FC Groningen. Bij de FC viel ik net als bij Den Bosch met de kont in de boter. We speelden heel leuk voetbal, haalden twee keer Europees voetbal. Dat vergeet je nooit weer.”

“Ik ben in 2000 teruggegaan naar Nederland. Ik heb een jaar het eerste elftal van Geldrop getraind toen Fred Rutten mij belde en vroeg of ik jeugdtrainer bij PSV wilde worden. Bij PSV train ik nu de C1, ’s middags de B1 en ’s avonds de D1. Ja, inderdaad heel gevarieerd, dat maakt het leuk. Veel voetballers die stoppen willen hoofdtrainer worden. Dat is jammer want zo zijn er maar weinig jeugdtrainers. Bij veel clubs is de jeugdopleiding dan ook een ondergeschoven kindje. Bij PSV zijn we gelukkig behoorlijk succesvol. Zo zijn er de laatste drie seizoenen zeven spelers doorgestroomd naar de eerste selectie. Van Ibrahim Affelay tot Stijn Wuytens. Jongens met wie ik ook gewerkt heb. Ja, het is erg leuk om te zien dat ze dan ook daadwerkelijk de stap naar het eerste elftal maken.”

1 opmerking: